Het Kraanbolwerk in Zwolle. Vroeger was het een plek waar je niet wilde zijn. Nu is het een bruisend stuk binnenstad met fantastische architectuur waar de Zwollenaar graag een ommetje maakt. ‘Een cadeau voor de stad’, noemt Marcel de Ruiter van gebied- en vastgoedontwikkelaar VanWonen. Meer dan 10 jaar aan ‘bloed, zweet en tranen’ stak hij in de nieuwe huiskamer van de binnenstad.
‘Ik mag vaker vertellen over het Kraanbolwerk, ik kan er uren over doorpraten’, vertelt Marcel de Ruiter. De projectontwikkelaar bij VanWonen is vanaf het eerste uur betrokken.
Marcel: ‘In 2010 begon dat met het vlottrekken van deze locatie. Wat je moet weten, is dat het Kraanbolwerk een rijke geschiedenis heeft. Eerst was het een verdedigingsbolwerk voor de stad. Later kwam er industrie (zie ook het kader). Twee jaar lang zijn we met veel partijen samen bezig geweest om ervoor te zorgen dat die industrie, inmiddels een rotte kies van de binnenstad, een levendige en bruisende plek kon worden. Ik ben Zwollenaar, woon en werk in Zwolle. Ik wilde mijn stad helpen groeien, voor en mét Zwollenaren.’
Project
Kraanbolwerk Zwolle
Uitvoering
Nijhuis Bouw
Architecten
19 Het Atelier
Bedaux de Brouwer
BDG Architecten
KENK architecten
Zecc Architecten
Product
Gevelstenen
Fotografie
Walter Frisart FOTOwerk
Erik Karst Fotografie
Geschiedenis van het Kraanbolwerk
Toen Zwolle in de zeventiende eeuw meer handel (en dus ook een kraan) kreeg, werd het de verdedigingsplek voor de stad. Met de bolwerken en het kanon. Met de komst van meer beschaving, werd het een plek voor industrie: er kwam onder andere een graanfabriek, een leerlooier en verschillende pakhuizen. Uiteindelijk nam een verffabriek al deze historisch geladen panden over, en heeft er sindsdien gestaan. Tot 10 jaar geleden.
We wilden een fantastisch mooi stukje stad maken
En die kwam er. Met de ontwerpen van 5 verschillende architectenbureaus is het een heel nieuw stuk binnenstad geworden. Met mooie en afwisselende architectuur, opvallende details, doorkijkjes en knipogen naar vroeger.
Marcel vervolgt: ‘Goed, dan is het dus bekend dat er iets komt. Het is een bijzonder plekje, daar vinden veel mensen iets van, logisch. Daarom begonnen we met een klankbordgroep: zo hoorden we alle ideeën en voorkeuren. Omwonenden, de schippersvereniging, ondernemers van de binnenstad, toekomstige bewoners, Vrienden van de Binnenstad… Wie wil wat, en wat ook niet? Iedereen heeft zijn mening kunnen geven. Uiteindelijk hebben wij mede aan de hand van deze input het stedenbouwkundig plan opgesteld. Dat was het startsein. Toen richtten we ‘de Vrienden van het Kraanbolwerk’ op. Met hierin mensen uit de klankbordgroep en toekomstige bewoners. Hen hebben we bijvoorbeeld ook betrokken bij de keuze voor de architecten. Maar ook gevraagd om advies over de ontwerpen zelf. Dat is op zich best een bijzonder verhaal.’
De bioscoop als televisie, het park als tuin en het restaurant als je keuken. Met het Kraanbolwerk richtte VanWonen zich op mensen die graag in de binnenstad wilden wonen, maar die ook genieten van rust en veiligheid. Dat betrokkenheid het magische woord is in dit project, blijkt ook uit hoe de toekomstige bewoners werden betrokken bij de bouw. Marcel: ‘We hebben continue gekeken naar hoe zij graag willen wonen. Ons eerste appartementsgebouw De Stelling (van KENK Architecten) bijvoorbeeld, dat was bijna een co-creatie op appartementencomplex-niveau. Vrij uniek in Nederland. Tientallen mensen heb ik op kantoor gehad en gevraagd: hoe wil je wonen? Op welke plek in het gebouw en hoe groot? Wij bedachten daarvoor een slimme manier om de appartementen van vorm te kunnen veranderen. Zo sloot dat zo goed mogelijk aan op de woonwensen.’
‘Maar het gaat verder. Want toen we startten met de bouw, hadden we -door de crisis- nog steeds veel onverkochte woningen. We gingen toen regelmatig met potentiele kopers de bouwplaats op, om te kijken wat er nog kon. Zo hebben we zelfs eens een wand laten slopen die de dag ervoor net was geplaatst. Alleen vanwege de wensen van een klant. Daar gingen we heel ver in.’
De Stelling was het eerste werk van het nieuwe Kraanbolwerk. In totaal werden er op ca 1 hectare 132 woningen en appartementen en 182 parkeerplaatsen gerealiseerd. Ontworpen door vijf architectenbureaus, ieder met een eigen opdracht en eigen stijl. Marcel neemt ons mee in een aantal van deze werken.
De Volharding
‘De Volharding was een van de oude fabrieken op het terrein, met grote historische waarde. ‘We wilden graag de originele gevel laten staan, maar in de praktijk moesten we hem toch helemaal opnieuw bouwen. Daarvoor hebben we Bedaux de Brouwer gevraagd. Zij zijn heel ervaren in het opnemen van oud industrieel erfgoed (zie ook Strijp R., red.). Wat ik zelf heel charmant vind is dat, als je langs de gevel loopt, er 1 raampje afwijkt. Dat komt omdat dat ook in de oude gevel zo was. We hadden de gevel prima kunnen aanpassen om beter uit te komen, maar we hebben dat niet gedaan.’ Aan de achterkant is de helft van de fabriek teruggebouwd, de andere helft is nu een plein geworden.’
De Koningin
Op deze plek kon VanWonen hoogte creëren die de minste zonbelemmering voor de stad meebracht. De naam van het gebouw is een apart verhaal en ook bepalend voor het ontwerp geweest. Marcel: ‘Het hele Kraanbolwerk staat natuurlijk vol met gebouwen die eindigen op
-ing: Volharding, Stelling, Tweeling. Dit laatste stuk, de hoogbouw in het Kraanbolwerk, moest de kroon op het werk worden: ‘De Koningin’ was dan ook snel gevonden. Dat is vervolgens een eigen leven gaan leiden. Zecc, de architect, heeft toen gezegd: ‘Dan maken we het ook af als koningin, we maken een kroon, als ware het kantelen en een gouden dak’. Dat hebben ze overal in doorgezet, in kleur en stijl. We hebben echt geprobeerd om dat verhaal helemaal kloppend te maken. Het is een heel bijzonder plekje geworden, in het hele palet van wat het Kraanbolwerk is geworden. En echt kroonstuk.’
De grachtenpanden
De rij met grachtenpanden is van 19 Het Atelier Architecten. ‘Daar hebben we aan 6 verschillende architecten gevraagd een eigen ontwerp te maken. Pandsgewijs, stuk voor stuk uniek met verspringende ramen. Bijna zoals we dat ook kennen van de Gouden Bocht in Amsterdam. Maar ook aan de Thorbeckegracht in Zwolle. De opdracht voor de architecten was: maak nou een plan waar je het liefst zélf zou willen wonen. En ga daarna met de bewoner in gesprek zodat het ook de plek wordt waar zíj het liefst willen wonen. Zo is de architect bijna de kopersbegeleider geweest. Weer die co-creatie.’
De Kraan en Hanzehuizen
BDG uit Zwolle ontwierp een plan dat ze baseerden op de vorm van de historische context. Het appartementencomplex werd als een pakhuis. De asymmetrische gevel aan de waterkant (met bijzondere daken) doet denken aan de vorm van de historische kraan. Deze is ook op de zijgevel geschilderd. De 12 Hanzehuizen werden een doorzetting van de Thorbeckegracht. Vroeger helden de woningen vaak naar voren. Zo werd het huis groter, zonder veel grond te hoeven kopen. Dat wordt ook wel ‘op vlucht’ genoemd. Dat zie je in de Hanzehuizen in de ramen. De begane grond hebben een soort etalageramen, om daarmee producten te kunnen uitstallen en bedrijvigheid mogelijk te maken. De ramen op de verdiepingen erboven komen steeds verder naar buiten, en zijn als het ware ‘op vlucht’.
Het Kraanbolwerk zit vol met bijzondere plekken. Neem de gevel van de Volharding. Hiervan zie je maar de helft van wat er ooit stond. ‘Van de andere helft hebben we een plein gemaakt. Een plein dat vertelt over wat hier ooit is geweest, ontworpen door een kunstenaar. Als je goed kijkt, zie je graan, verfkwasten, huiden, golven. Alle verhalen zitten in. En sta je vóór de Volharding, dan heb je een doorkijkje over het plein helemaal naar de Peperbus. Nog zo’n voorbeeld zit er aan de kade. Tijdens de bouw stortte een stuk van de kademuur in. Dat bood de mogelijkheid om een stuk van de kademuur weg te halen en een verlaging te creëren. Als je hier nu op staat en om het hoekje kijkt, kijk je precies op de Peperbus uit. Op heel veel plekken in het Kraanbolwerk vind je wel zo’n knipoog.’
We zouden Aberson natuurlijk niet zijn als we niet naar de steenkeuze zouden vragen. Marcel: ‘Ik ben altijd van mening dat een baksteen super-essentieel is. Een gevel, daar moet je kwaliteit op inzetten. Het is misschien niet de duurste post in een woning, maar wel eentje die je goed wilt doen. Bezuinigen op baksteen pakt vaak averechts uit. Daarom hebben we op alle ontwerpen ingezet op een hoge kwaliteit stenen, goede verwerkbaarheid en echt bijzondere sorteringen. Voor De Stelling (het eerste gebouw) is bijvoorbeeld een samenstelling van 4 verschillende sorteringen gebruikt. Verder heeft elke architect zelf zijn of haar keuze kunnen maken. Wel hebben we vaak in grotere sessies bij Aberson met elkaar gekeken hoe we het totale spel gingen maken. Je kijkt dan wat er gebeurt als je ze naast elkaar ziet.’
De gevel is het eerste dat je ziet. Er is geen voortuin, als je er langs loopt, raak je het bijna aan. Een steen moet daarom bijzonder zijn als je er pal naast staat. Maar ook van een afstand, vanaf de overkant van het water.
‘Wat ook boeiend was, is dat we een stuk van de kademuur hebben moeten herstellen. En natuurlijk de Volharding opnieuw moesten opbouwen. We hebben gezocht naar hoe we de oude steen konden nabootsen. Dan zoek je samen uit: wat was nu de oorspronkelijke kleur van deze steen? Die zijn in de jaren natuurlijk zo verweerd dat ze een eigen leven zijn gaan leiden. We hebben veelvuldig sessies met Aberson gehad over hoe dat te doen.
Verder hebben we de gevels aan de binnenkant van het plan bewust licht gehouden voor meer luchtigheid. Maakten we af en toe ook andere keuzes zoals stuc- of keimwerk. Zo komen de muren niet op je af en is het fijn om erdoor heen te wandelen. Het moest echt een plek worden waar mensen zich fijn voelen.’
Marcel vervolgt: ‘Het was een traject van meer dan tien jaar. Een bijzonder specifiek moment is dan ook moeilijk te duiden. Maar de blijheid van mensen als ze voor het eerst door de woning gaan, dat blijft me bij. De kijkdagen, toen ze het plan zagen groeien. Of het moment dat De Stelling omhoog ging. Als je er bovenop staat, zie je dus dat de wolk van Museum De Fundatie en De Peperbus schouder aan schouder staan. Dat zie je niet als je door de stad loopt! En hier zie je ze naast elkaar. Prachtig.’
‘Op koningsdag 2016 voeren koning Willem Alexander en Maxima met hun bootje langs het Kraanbolwerk. Ze zeiden tegen onze klanten: ‘Oh wat hebben jullie een gaaf huis.’ De dag erna stond de telefoon roodgloeiend. Dat doet veel.’
‘Als ik terug kijk, ben ik er trots op hoe blij mensen zijn met deze plek. En hoe bruisend de binnenstad van Zwolle is geworden. Dat is natuurlijk ook omdat ik er 10 jaar lang veel passie en energie in heb gestoken. We hebben een cadeau aan de stad gegeven, dat durf ik wel te zeggen. En ik ben blij dat veel mensen in de stad dat ook zo ervaren.
Het proces was heel intensief. Bloed zweet en tranen zeg ik wel eens, die emoties zitten er allemaal wel in. Wat ik nooit zal vergeten is dat de toenmalige wethouder bij de start tegen mij zei: Weet wel Marcel, dit is de huiskamer van de binnenstad. Dat betekent dat iedereen er wat van mag vinden en iedereen er over mag meedenken. Het moet ook een plek zijn waar de stad straks naartoe wil, waar je je wandelingetje doorheen wilt maken. Maar het is niet alleen de huiskamer van de binnenstad, het is ook een monument voor de toekomst. Dus de kwaliteit moet hoog. Er moet gewoon iets heel moois komen waar we nog jarenlang trots op kunnen zijn. En dat kunnen we zéker.’
Gouwe 1
8032 CA Zwolle
088 – 118 57 00
info@aberson.nl
Aberson is dé keramisch specialist in gevels en daken.
© Copyright – Aberson – Privacyverklaring, disclaimer & leveringsvoorwaarden | Gevelstenen Breda | Gevelstenen Zwolle | Gevelstenen Amsterdam | Gevelstenen Roermond | Veelgestelde vragen | Baksteencalculator | Keramische gevelsystemen | Gevelstenen
We gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website zo soepel mogelijk draait. Als u doorgaat met het gebruiken van de website, gaan we er vanuit dat u hiermee instemt.